Wet op het kindgebonden budget
Artikel 3 Wijziging bedragen
1
Bij het begin van het kalenderjaar worden de bedragen, genoemd in artikel 2, tweede lid en het bedrag van het gezamenlijke toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 2, derde lid, bij ministeriële regeling gewijzigd overeenkomstig de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
2
Indien er aanleiding is om de bedragen, bedoeld in het eerste lid, te verhogen op een andere wijze dan op grond van het eerste lid, worden de bedragen vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur.
3
De overeenkomstig het eerste en tweede lid aangepaste bedragen treden in de plaats van de bedragen, genoemd in artikel 2, tweede en derde lid.
4
Indien een verhoging als bedoeld in het tweede lid wordt toegepast, vindt deze verhoging plaats nadat het eerste lid toepassing heeft gevonden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.